Ondermijning

Ondermijning, je gaat het pas zien, als je het doorhebt

Ondermijning tast de veiligheid, de leefbaarheid en het maatschappelijke klimaat aan. De gemeente vindt het daarom belangrijk om dit probleem samen met betrokken partijen, inwoners en ondernemers aan te pakken. 

Wat is ondermijning precies? Waar kan ik een melding kwijt als ik iets vermoed? Op deze pagina vind je meer informatie over ondermijning en het meldpunt 'Meld een Vermoeden'.

Wat is ondermijning?

Ondermijning is het effect van de georganiseerde criminaliteit op de (lokale) samenleving. De onder- en de bovenwereld vermengen zich met elkaar. Criminele organisaties maken vaak gebruik van legale voorzieningen (bijvoorbeeld vergunningen, subsidies of uitkeringen) uit de bovenwereld. De criminele organisaties zijn uit op macht, aanzien en geld. 

Voorbeelden van ondermijning komen dagelijks in het nieuws. Denk aan drugshandel, bedreiging, extreem geweld, witwassen of fraude. Het is een maatschappelijk probleem dat ons allemaal raakt; ook de inwoners van de gemeente Goeree-Overflakkee.

Ondermijning in de vastgoedsector

Burgemeester Ada Grootenboer-Dubbelman bezocht een aantal ondernemers om met hen in gesprek te gaan over ondermijning. Ze overhandigde hen de eerste exemplaren van een brief die de gemeente stuurde naar alle ondernemers in de vastgoedsector op Goeree-Overflakkee. Hiermee sluit de gemeente zich aan bij een campagne van Meld Misdaad Anoniem. De campagne richt zich op het maken van meldingen bij concrete aanwijzingen voor criminele activiteiten (binnen de vastgoedsector).

Als u aanwijzingen heeft dat uw pand of een ander pand voor criminele activiteiten wordt gebruikt, dan roepen wij u op om dit te melden. Dat kan bij Meld Misdaad Anoniem via telefoonnummer 0800-7000. Via www.meldmisdaadanoniem.nl kunt u ook signalen anoniem en veilig online melden.

Bekijk hier de video van het bezoek van de burgemeester aan ondernemers in de vastgoedsector:

De App ‘Meld een Vermoeden’

Met de app ‘Meld een vermoeden’ kunnen inwoners en ondernemers (anoniem) meldingen of signalen insturen over (mogelijke) ondermijning op Goeree-Overflakkee. De gemeente ontvangt de melding en behandelt deze vertrouwelijk. Wij werken samen met politie, justitie, de belastingdienst en andere organisaties om ondermijning te voorkomen. Elke melding wordt serieus onderzocht.

Het doel van 'Meld een Vermoeden' is om de ogen van professionals, ondernemers en inwoners in de gemeente te gebruiken om de gemeente te voorzien van belangrijke informatie. Het platform brengt melders en de overheid met elkaar in verbinding in de strijd tegen ondermijning en biedt de handvatten voor de overheid om meldingen te structureren en behandelen.

U kunt ook anoniem een melding doen via de app ‘Meld een Vermoeden’. Let op: als u anoniem een melding maakt, dan kan de gemeente geen terugkoppeling geven over uw melding en bij vragen geen contact opnemen.

Melden kan ook via de website of telefonisch

Meldingen kunnen niet alleen via een app op een mobiele telefoon op tablet gemaakt worden, maar ook met het formulier meldeenvermoeden op de gemeentelijke website.

Een (vermoeden van) ondermijning kan ook telefonisch worden gemeld:

  • Politie nodig? Bel 0900-8844 (bij spoed altijd 112)
  • Opsporingstiplijn: 0800-6070
Het downloaden, aanmelden en gebruik van de app 'Meld een Vermoeden'
  • Download de 'Meld een Vermoeden'-app in de Play Store of App Store.
  • Open de app en kies voor ‘Burger’.
  • Meld je aan bij de gemeente Goeree-Overflakkee.
  • Heb je een vermoeden van ondermijning? Meld het via de app.
  • Vul de details in van jouw melding.
  • Wil je graag een terugkoppeling ontvangen? Vul dan jouw naam en contactgegevens in.
  • Het is ook mogelijk om anoniem te melden.
  • Jouw gegevens zijn alleen bekend bij enkele veiligheidsfunctionarissen van de aanpak ondermijning.
  • De gemeente:
    • gaat aan de slag met jouw melding. Inkomende meldingen worden door de gemeente behandeld in Atlas. Atlas is de beveiligde omgeving waarin meldingen door de gemeente worden behandeld. De gemeente is verantwoordelijk voor het afhandelen van de meldingen en Atlas ondersteunt in het volgen van het privacy protocol van de gemeente.
    • bepaalt of verder onderzoek nodig of mogelijk is.
    • zal partners zoals de politie of het OM betrekken bij het onderzoek als dat nodig is.
  • Blijkt er niets aan de hand? Dan wordt de melding afgesloten en verwijderd.
Veelgestelde vragen 'Meld een Vermoeden'

Wat is 'Meld een Vermoeden'? 

Meld een Vermoeden is een meldpunt voor ondermijning gericht op gemeente. Via de App en het Webformulier van Meld een Vermoeden kunnen melders een melding maken aan de gemeente. De gemeente krijgt de meldingen binnen in een beveiligde omgeving. Meld een Vermoeden wordt door meer dan 25 gemeenten door heel Nederland gebruikt.

Wat gebeurt er met een melding die wordt gemaakt via de Meld een Vermoeden App? 

Meldingen van vermoedens komen binnen in het webportaal van de gemeente. Slechts een selecte groep ambtenaren van de afdeling Openbare Orde en Veiligheid (OOV) heeft toegang tot dit webportaal. De gemeente kwalificeert de melding en bepaalt of deze verder in behandeling genomen moet worden. Afhandeling van de melding is de verantwoordelijkheid van de gemeente in kwestie.

Wie zijn de melders? 

De gemeente bepaalt onder welke doelgroep zij het meldpunt 'Meld een Vermoeden' inzet. 'Meld een Vermoeden' kan zowel worden gebruikt door professionals van de gemeente als door inwoners van de gemeente. De gemeente heeft regie over de doelgroep en informeert de doelgroep over welke vermoedens gemeld kunnen worden. 

Waarom kunnen burgers ook melden? 

Het meldpunt 'Meld een Vermoeden' kan ook worden ingezet om meldingen te verzamelen van burgers of ondernemers. Dit wordt bijvoorbeeld gebruikt bij ondernemers op bedrijventerreinen. Deze meldingen kunnen waardevolle informatie opleveren over malafide bedrijvigheid op een bedrijventerrein.

Hoe weet ik of de gemeente een melding over mij heeft ontvangen en hoe kan ik deze gegevens opvragen? 

De gemeente is verwerkingsverantwoordelijke. Dat wil zeggen dat het aan de gemeente is om op de juiste manier om te gaan met gemaakte meldingen. Als jij wilt weten of een gemeente een melding heeft ontvangen over jou dan is de gemeente daarvoor jouw aanspreekpunt.

Waar wordt de data opgeslagen? 

De database van 'Meld een Vermoeden' wordt opgeslagen op de servers van onze Nederlandse hosting leverancier binnen de EER. Dit is een erkende partij met verschillende certificeringen: ISO 9001, ISO 27001, ISO 14001, NEN 7510, PCI DSS. Daarbij hebben zij een eigen ‘datacenter’ ruimte in het DCG (Datacenter Group) in Amsterdam. Buitenlandse partijen hebben geen toegang tot de data tenzij de Nederlandse rechtbank erbij wordt betrokken.

Hoe garandeert Meld een Vermoeden de veiligheid van het platform? 

Wij werken volgens ISO27001 informatiebeveiligingsnormen. Op aanvraag stellen wij een TPM beschikbaar. Wij laten regelmatig een penetratietest uitvoeren door gerenommeerde partijen om ons platform te controleren. Bij een dergelijke test proberen ethische hackers kwetsbaarheden te ontdekken in ons platform en adviseren zij hoe het platform nog beter beveiligd kan worden. 'Meld een Vermoeden' volgt daarnaast ook de OWASP top 10.

Hoelang wordt de data bewaard en hoe wordt omgegaan met verwijderde data?  

De bewaartermijn van een melding kan verschillen per gemeente en is vastgelegd in het privacy protocol. Voor de gemeente Goeree-Overflakkee geldt dat de informatie van de melding maximaal 1 jaar bewaard wordt. Dit is opgenomen in het Privacy Protocol Ondermijning gemeente Goeree-Overflakkee. Wanneer een melding geen opvolging krijgt wordt deze verwijderd.

Het is de taak van de politie om criminaliteit aan te pakken. Waarom verzamelt de gemeente vermoedens over ondermijnende criminaliteit? 

De afdeling Openbare Orde en Veiligheid van de gemeente heeft een breed pakket aan taken als het aankomt op veiligheid. De politie alleen redt het niet om ondermijning tegen te gaan. Daarom wordt er met meerdere (overheids)partners samengewerkt. De gemeente is één van de ketenpartners in de aanpak van ondermijning. Lees meer over de gezamenlijke aanpak van ondermijning op de website van het LIEC en RIEC’s.

Het verhaal van boer Frank

Vier jaar keihard werken voor niets

“Ja, dat mag je best weten… Hier heb ik wel slapeloze nachten van gehad. Dat die rechercheur dreigde m’n bedrijf op slot te doen. Hoe had ik dan m’n koeien te eten moeten geven? Had er dan nog wel voer geleverd kunnen worden? Maar het ergste van alles was de angst dat vier jaar keihard knokken om hier de boel op orde te krijgen, allemaal voor niets geweest zou zijn.”

Hé, achterlijke mafkees

Aan het woord is boer Frank (niet zijn echte naam). Ogenschijnlijk kalm vertelt hij zijn verhaal. Over hoe die aardige H. - die altijd in was voor een praatje of een dolletje-, er gewoon een xtc-laboratorium op nahield in de schuur die hij huurde. Boer Frank had uiteraard niks door. Tot die ene ochtend in september 2020 opeens uit het niets z’n hele erf vol stond met politie. Frank: “Ik was die ochtend op m’n erf bezig een wagen met paardenhooi te beladen, vliegen er opeens twee mannen zo onder de giek door. Ik roep nog ‘hé achterlijke mafkees, kijk eens uit! Straks valt er een baal hooi boven op je! Maar dan opeens zie ik allemaal mannen het erf op stormen. Deze twee kwamen via de camping maar ze waren ook al van voren gekomen zodat er geen vluchtwegen meer waren. Blijkbaar hadden ze dus van tevoren al uitgezocht dat ze ook via de camping het erf op en af konden. Het stomme is, ik wist helemaal niet wat me overkwam dus ik ben eigenlijk gewoon verder gegaan met m’n werk. Ik heb zelfs nog de balen hooi weggebracht naar een dorp hier verderop. Maar ik was uiteraard ook nieuwsgierig; keek even wat er gebeurde en toen zag ik dat ze met z’n tweeën uit de schuur werden gehaald. Met z’n tweeën? M’n verbazing werd steeds groter. Want ik had H. die ochtend wel zien komen maar z’n maatje had ik nog nooit gezien.”

Verborgen ruimte

De boerderij van Frank staat in het buitengebied van een provincie in het midden van het land. Maar de term buitengebied is hier relatief. De grote stad ligt op een paar kilometer afstand en aan weerszijden zijn er directe buren. Ook de boerencamping waar zowel in de zomer als de winter gasten zijn en de twaalf andere ‘schuurhuurders’ zorgen voor continue reuring op het erf. Frank: “We zitten hier tegen de Randstad aan. Mensen hebben daar de ruimte niet, dus zoeken ze al snel naar een plek waar ze kunnen klussen. Ik verhuur dertien schuren, al jaren. Er zitten hobbyisten in, iemand is een bootje aan het opknappen, een van de huurders is een aannemer. En het gaat eigenlijk al jaren goed. Zelfs zo goed dat er een wachtlijst is voor mensen die een schuur willen huren. Maar de meeste huurders zitten hier lange tijd. Ook H. huurde al vier, vijf jaar bij me. Ik had in die jaren ook wel een soort band met hem opgebouwd. Hij was ook de schoonzoon van iemand uit het dorp hier. We kennen elkaar allemaal hier. Dan denk je dus dat het wel goed moet zijn. H. was meestal aan auto’s aan het sleutelen. Dan riep hij me wel eens, als hij hulp nodig had bij iets waar hij niet uitkwam. Dus ja, ik kwam ook wel eens in zijn schuur. Maar verder dan het voorste gedeelte kwam ik nooit…”

De schuur van H. bevindt zich aan het eind van een grotere schuur. Wat Frank uiteraard wel weet maar nooit bij stilstaat, is dat de schuur van H. uit een L-vorm bestaat. Achterin, uit het oog, loopt nog een gang van een meter of 4 diep, achter de naastgelegen schuren langs. Voor de smalle doorgang die leidde naar de gang was een wand gebouwd die de achterliggende ruimte en alles wat daar gebeurde, aan het zicht onttrok. Frank: “M’n jongens van 11 en 13 kunnen gaan en staan waar ze willen op het erf. En hebben op hun leeftijd ook behoefte aan een eigen stek. Die hadden dus een soort clubhuisje gebouwd in een van de schuren. Moet je je voorstellen; aan de andere kant van een eensteensmuur stonden H. en z’n maat pillen te draaien! Maar ja, je hoort het niet, je ruikt het niet en ziet het ook niet aan je stroomrekening.”

Nieuwe wijkagent

Een maand voor het xtc-lab wordt ontdekt, komt de nieuwe wijkagent zich samen met een collega voorstellen bij de bewoners van het buitengebied. Frank: “Ik weet nog dat ik dacht; wat fi jn dat ik nu een gezicht heb bij de wijkagent. Die vorige zag je nooit. Maar ze hadden ook een foldertje bij zich over drugslaboratoria in schuren en waar je op moet letten. Ik hoor mezelf nog tegen ze zeggen “Joh, bij mij is niks aan de hand; ik kan overal zo naar binnen lopen.” Uiteraard heb ik de tips waar je op moet letten wel gelezen: ‘Criminelen parkeren hun busje strak tegen hun schuur of loods aan zodat niet zichtbaar is wat ze in- en uitladen.’ Ja, dat klopt. Dat deed H. ook. Maar dat moest op dat punt ook wel anders kon ik er met mijn trekker niet meer langs. Hoezo had ik dat dan als signaal moeten zien?”

Knauw in vertrouwen

Omdat Frank zijn huurders allemaal al langere tijd kent, vertrouwt hij ze simpelweg. Ze zijn dan ook vrij om te komen en gaan wanneer ze willen. Achteraf denkt Frank dat H. hier meerdere malen ’s nachts moet zijn geweest zodat hij de drugs (nog meer) ongezien kon inladen. Frank: “De auto’s die het erf oprijden, komen voorlangs langs het huis. H. kwam altijd ’s ochtends. Dan had hij eerst in alle vroegte ergens in Amsterdam een markt opgebouwd en kwam daarna naar z’n schuur toe om te klussen. Maar tegelijk was z’n maatje achter in de schuur bezig pillen te draaien. Achteraf denk je dan; ‘hoe komt die andere dan het erf op?’ En dan blijkt dat ‘ie al die tijd gewoon achter in de auto van H. heeft gezeten. Een bestelbus. Waarvan ik dus niet kon zien wie of wat achterin zat. Maar man… De dag dat ze hier binnenvielen, wat er allemaal uit die schuur gekomen is! Dat heb ik er nooit in zien gaan! Ik loop ook niet over m’n erf om m’n huurders in de gaten te houden; als ik over m’n erf loop dan ben ik aan het werk. En hard ook!’

Slapeloze nachten

Terug naar de dag waarop agenten en rechercheurs massaal zijn erf opkomen en H. en zijn maatje op heterdaad betrappen. Frank: “Nadat ik eigenlijk in een soort shock het hooi had weggebracht, ging ik uiteraard terug, niet wetend wat ik aan zou treffen. Ik mocht in ieder geval m’n eigen erf niet op. Ja, wat doe je dan? Ik ben zo goed en kwaad als dat dat ging maar gewoon verder gegaan met m’n werk. ’s Avonds om een uur of half negen was de politie zomaar opeens weg. Zonder mij ook maar iets te vragen of van informatie te voorzien. Ik had echt geen flauw idee waar ik aan toe was. Er zat geen lint om de schuur maar de deur hadden ze op slot gedaan met een eigen slot. Ik was natuurlijk wel nieuwsgierig welke puinhoop ze hebben achtergelaten of dat er misschien nog spullen stonden. Heb nog even overwogen om het slot er af te slijpen. Het is ten slotte m’n eigen schuur. Achteraf is het maar goed dat ik dat niet gedaan heb want maandag kwam de recherche weer terug.

Daar waar Frank verwacht dat hij een beetje tekst en uitleg krijgt, gebeurt eigenlijk het tegenovergestelde. Frank: “Een van die rechercheurs behandelde me echt niet oké. Zei op dreigende toon: ‘Heb jij mij niet nog wat te vertellen? Want als ik er lucht van krijg dat jij hier toch wat mee te maken hebt, dan zorg ik ervoor dat je hele bedrijf op slot gaat.’ En dan moet je je net de tering hebben gestreden om hier eindelijk een paar koeien te kunnen melken, heb je net een rechtszaak over fosfaatrechten verloren en dan staat er zo’n lapzwans voor je neus je dat te vertellen. Daar word je echt kwaad van; ik heb daar echt slapeloze nachten van gehad. Vervolgens duurde het nog anderhalve week voordat ze weer wat van zich lieten horen. Gelukkig waren dat andere rechercheurs. Zowel ik als m’n vader zijn toen nog verhoord. Ik hier (red. in de keuken) en m’n vader in de voorkamer. Daarna was het allemaal wel vrij snel geregeld, want we vertelden uiteraard hetzelfde verhaal. Maar of ik nou echt zelf nog verdacht ben geweest, weet ik niet. De manier waarop die rechercheur praatte, leek alsof hij dacht dat ik er alles vanaf wist en dus ook verantwoordelijk was.’ gekomen door de gekraakte berichtendienst Encrochat. Omdat Frank geen deel uit maakt van de conversaties die daarin aangetroffen worden, vervalt de verdenking al vrij snel. Ook geeft de recherche toe al voor de inval op het erf te zijn geweest om poolshoogte te nemen en de situatie ter plekke in kaart te brengen.

Overal pillen

Frank: “Het idee dat ze op m’n erf zijn geweest terwijl ik gewoon lag te slapen! Ja, dat vind ik wel een gek idee. Eigenlijk net zo gek als het idee dat H. -weet ik veel hoe lang al- op de meest idiote tijdstippen met z’n maatje bezig was. Het heeft daarom ook even geduurd voordat ik de schuur weer in durfde. Dat kwam pas later, samen met de recherche. Terwijl de schuur toen al lang vrijgeven was en iedereen er dus in en uit kon. Bleek de hele vloer nog bezaaid te zijn met losse xtc-pillen! Ik wil even niet weten wat er was gebeurd als een van m’n jongens er een had gevonden en opgegeten.”

Je gaat het pas zien als je het doorhebt

Frank is gelukkig behept met een flinke dosis boerennuchterheid. Nu een aantal maanden later, gaat het leven weer gewoon zo door als altijd. Maar toch is er iets veranderd. Frank: “Ik let nu wel beter op wie er allemaal over m’n erf loopt. Ik ken al die jongens (red. huurders), nu vertrouw ik het wel. Maar ik heb er wel moeite mee gehad. Vooral omdat het zo onder je neus gebeurt en je het gewoon niet in de gaten hebt. Maar als ik nu achteraf wel eens terugkijk denk ik: waarom benaderde hij mij altijd voor een praatje? Bij die andere jongens ging ik bij hen kijken. Waarom hield hij altijd hier voor op het erf al een praatje met me en niet achter, bij de schuur die hij huurde? buiten, was nooit binnen. Dan kwam hij een praatje maken over z’n verbouwing en zo. Ja, nu begrijp ik het wel. Hij wilde me zo min mogelijk in z’n schuur hebben. Nu achteraf komt alles bij elkaar. Maar ja, dat is achteraf.”

Voor mij bestaat hij niet meer

Frank heeft na het verhoor dat hij en zijn vader moesten ondergaan niks meer gehoord van de recherche. Hij heeft dan ook geen idee of de dader nog vast zit of welke straf hij heeft gekregen. Frank: “ Nu het allemaal zo gelopen is, boeit het me niet hoe het met hem gaat. Zijn zoon is hier nog een paar keer geweest om spullen uit de schuur te halen. Ik heb niet eens gevraagd hoe het met z’n vader is. Ik maakte me meer zorgen om de opa van dat joch -die kanker heeft- dan dat het me boeit of z’n pa in de bak zit. Ik heb ook tegen hem verteld dat hij dat maar tegen z’n vader moest zeggen. Dat ik in één klap helemaal niks meer met hem heb. Ik krijg nog wel een paar maanden huur van hem maar ook daar stikt ‘ie maar in. Nu het voor mij geen nasleep heeft, boeit het me ook totaal niet meer wat er met hem gebeurt. Ik ben in het begin nog wel een beetje bang geweest; durfde de schuur niet in omdat misschien vriendjes van hem langs kwamen om nog spullen op te halen. Maar wat dat betreft is het een geruststellend gevoel dat de wijkagenten nu af en toe langskomen. En er zit nu ook iemand anders in de schuur. Ik ben er klaar ermee.”

De toekomst? Nooit meer een nieuwe auto

Hoewel Frank aangeeft dat hij er klaar mee is, is hij in zeker opzicht toch veranderd. Z’n vertrouwen in mensen is hij zo hier en daar wel een beetje kwijt. Ook de behulpzaamheid die hij van nature in zich heeft, heeft plaatsgemaakt voor meer op zijn hoede zijn. En ook wonen in een dorp waar iedereen elkaar kent, is niet altijd een zegen. Frank: “. Ik heb deze winter een oude trekker gekocht, eentje uit 2001. Die heb ik helemaal uit elkaar gehaald; onderdelen vervangen, overgespoten en zo. Nou ziet ‘ie er weer als nieuw uit. Maar ik weet niet zo goed of ik er nog wel mee de weg op durf. Ik ben bang dat er over me geluld wordt; zo van “Kijk eens, wat hij er aan overgehouden heeft!” En privé rij ik een oude Pickup uit 1994. Ik zal nooit meer een nieuwe auto kopen. Om diezelfde reden.

Maar als dat het ergste is? Ik ben blij dat ik nu weer verder kan met mijn missie; de melkerij op de rit krijgen. Dat ik het af kan sluiten en verder kan om m’n investering terug te verdienen. Ik kan weer verder met m’n missie. Koeien melken en de camping. Daar geniet ik van. Dat is waar ik het voor doe. Maar ik zeg nooit meer nooit; voor je het weet ben je zelf aan de beurt.”

Een (vermoeden van) ondermijning telefonisch melden!

Een (vermoeden van) ondermijning kan ook telefonisch worden gemeld: 

  • Politie nodig? Bel 0900-8844 (bij spoed altijd 112)
  • Opsporingstiplijn: 0800-6070